TWI-JI (Training Within the Industry - Job Instruction) is zo oud als Lean en ontwikkeld in de VS tijdens de Tweede Wereldoorlog.Rosie de riveteer

Er was een groot gebrek aan mankracht om de oorlogsindustrie te voeden en voor het eerst waren er vrouwen werkzaam in de industrie. De uitdaging was om deze nieuwe arbeiders  zo snel en efficiënt mogelijk op te leiden. TWI is hiervoor ontwikkeld, de methode is na de oorlog overgeplaatst naar Japan en is sindsdien vrijwel onveranderd gebleven. De methode is ideaal voor het definiëren van standaardwerk en biedt een standaard manier van trainen, waardoor de training kort, efficiënt en onafhankelijk van de trainer is.

De TWI-methode is gebaseerd op twee principes:

• Leg de volgorde van de acties, de hoofdpunten van die acties en de redenen voor die hoofdpunten vast op één blad.
                De WAT, HOE en WAAROM.
• Train de WAT, HOE en WAAROM effectief en efficiënt aan een leerling.

Dit wordt gedaan in 4 stappen:

Stap 1: Voorbereiden.

• Stel de persoon gerust.
• Vertel welke taak hij gaat leren.
• Onderzoek wat de persoon al kan.
• Maak de persoon nieuwsgierig om de taak te leren.
• Breng de persoon in de juiste positie om de taak uit te voeren.

Stap 2: Laten zien

• Vertel, laat zien, licht toe: één Belangrijke Stap per keer.
• Doe dit opnieuw met nadruk op de Aandachtspunten.
• Doe dit opnieuw met nadruk op de Reden van de Aandachtspunten.

Instrueer duidelijk, compleet en geduldig, maar geef niet meer informatie dan in één keer beheerst kan worden.

Stap 3: Zelf doen

• Laat de persoon de taak doen - corrigeer fouten.
• Laat de taak opnieuw uitvoeren en laat de Belangrijke Stappen toelichten.
• Laat de persoon elk Aandachtspunt uitleggen terwijl de persoon de taak opnieuw uitvoert
• Laat de persoon de Reden van de Aandachtspunten uitleggen terwijl de persoon de taak uitvoert.

Zorg ervoor dat de persoon het begrijpt. Ga pas verder als jij er zeker van bent dat de persoon het begrijpt.

Stap 4: Beoordelen en kwalificeren

• Laat de persoon de taak zelfstandig uitvoeren (onder toezicht).
• Vertel bij wie de persoon terecht kan voor hulp.
• Controleer regelmatig de voortgang.
• Moedig de persoon aan vragen te stellen.
• Beëindig de coaching en sluit af.