Dus als je eenmaal hebt bepaald wat het leerdoel is (zie KSA-item), dan is de volgende stap om erachter te komen hoe je daar kunt komen.
Er zijn een aantal standaard leerinterventies die je kunt toepassen:
- Klassikale training.
Dit is een setting die we hebben meegemaakt toen we opgroeiden, de traditionele schoolsituatie. Eén docent (de expert) vooraan die informatie verstuurt naar een groep studenten.
Positieve aspecten: Contact tussen trainer en trainee, maatwerk is mogelijk, net als dialoog tussen trainer en trainees.
Negatieve aspecten: In de oude setting is dit slechts eenrichtingsverkeer. - Faciliterende klassikale training.
Bijna identiek aan klassikale training, het verschil is dat de expert nu een rol heeft als facilitator die de studenten zelf laat ontdekken wat ze leren.
Positieve aspecten: Grote interactie tussen facilitator studenten en tussen studenten onderling, actief leren, betere retentie van de inhoud.
Negatieve aspecten: Vereist andere vaardigheden van de trainer. - E-learning.
Iedere vorm van elektronisch leren, variërend van een PowerPoint tot de meest mooie geanimeerde inhoud die je maar kunt bedenken.
Positieve aspecten: Veel mensen kunnen tegelijkertijd deelnemen, mensen kunnen op elk gewenst moment leren, zelf het tempo bepalen, onderbreken wanneer dat gewenst is, geen facilitator nodig.
Negatieve aspecten: Geen persoonlijk contact van trainer tot trainee, afhankelijk van technologie. - On the Job
De training vindt plaats op de (gesimuleerde) werkplek, gegeven door een ervaren medewerker, terwijl die de taak uitvoert. Zie de items OJT en TWI voor meer details.
Positieve aspecten: Actief leren vergroot de retentie, trainer is vaak een collega, trainer heeft zelf ervaring in de taak.
Negatieve aspecten: Een ervaren werknemer is niet per se een goede trainer, persoonlijke manier van werken(stokpaardjes) kunnen worden doorgegeven aan de trainee. - Social leren
Trainees leren door te observeren en met anderen te praten.
Positieve aspecten: Het is een informeel proces, dicht bij het sociale karakter van mensen, lijkt op de manier waarop we thuis leren, trainee is leidend.
Negatieve aspecten: Het is een informeel proces, vereist de juiste cultuur in de organisatie. - Intervisie
Feed back geven en ontvangen van collega's in het zelfde vak over problemen die je meemaakt. Dit autonome proces maakt gebruik van een gestructureerde methode die bij alle deelnemers bekend is.
Positieve aspecten: Autonome, veilige omgeving met vakgenoten.
Negatieve aspecten: Vereist vaardigheden om het proces te volgen en resultaten te behalen in plaats van 'er gewoon over te praten'. - Coachen
Resultaatgerichte begeleiding van persoon om te werken aan vooraf afgesproken doelen. Meestal is er een verschil in ervaring tussen coach en coachee.
Positieve aspecten: Afgestemd op de behoefte van de coachee.
Negatieve aspecten: Coaching wordt bijna altijd als positief ervaren, zelfs als er geen meetbare doelen worden bereikt ("we hebben hard gewerkt", "de coachee is gegroeid"). - Blended learning
Een mix van al het bovenstaande. Hiermee kunt je de verschillende doelen (KSA) aanpakken met de meest geschikte interventies, afgestemd op de doelgroep. Denk bijvoorbeeld aan het combineren van een e-learning met klassikale training of coaching met On the Job Training.
Positieve aspecten: Maatwerk, afgestemd, de negatieve aspecten van de ene interventie worden omzeilt door deze te combineren met een andere interventie.
Negatieve aspecten: Vereist inspanning vooraf , het is niet langer een 'one size fits all'-oplossing.
De manier waarop volwassenen leren, verschilt van de manier waarop kinderen leren.
Volwassenen nemen een vaardigheid die ze hebben, relateren deze aan een nieuwe vaardigheid die ze moeten beheersen en werken daar naar toe. Ze zullen dit ook alleen doen wanneer ze die vaardigheid nodig hebben, dus moeten ze de relevantie begrijpen en op korte termijn gebruik gaan maken van de nieuwe vaardigheid.
Het 70-20-10-model heeft een sterke connectie met volwasseneneducatie.
De volgende leerinterventies linken naar de 3 delen van het model:
- 70%:
Alle direct beschikbare elektronische content (e-learning, e-books, praktijkopdrachten, interactie met vakgenoten en leidinggevenden, wiki, fouten maken, feedback krijgen.
- 20%:
Vaardighedenmatrix, Learning Management Systeem, just in time coaching, webinars, sociaal leren, mentorschap, ondersteuning.
- 10%:
Specifieke e-learning, klassikale training.
-